Het audiobeschrijven van een boekverfilming
Veel boeken worden vroeg of laat verfilmd en die verfilmingen krijgen vaak ook weer audiodescriptie. Tijd dus voor een artikel over het audiobeschrijven van een boekverfilming.
Als audiobeschrijver wil je de blinde of slechtziende kijker dezelfde filmervaring bezorgen als de ziende kijker. Dat klinkt eenvoudig, maar niets is minder waar. Nog ingewikkelder wordt het wanneer je aan de audiodescriptie van een boekverfilming werkt. In dat geval heb je namelijk niet alleen het verhaal van de regisseur dat je wilt overbrengen op de kijker/luisteraar, maar ook het verhaal van de schrijver van het oorspronkelijke werk.
Bij een boekverfilming geeft een regisseur zijn/haar interpretatie van een boek. Vrijwel altijd verandert de regisseur dingen aan het verhaal: personages vallen weg of worden toegevoegd, verhaallijnen worden uitgebreid of juist ingekort en ga zo maar door. Tot zover hoeft dat geen probleem te zijn voor de audiobeschrijver, want die beschrijft zo objectief mogelijk wat er te zien is in de film.
Alleen vind ik dat je de schrijver van het boek niet over het hoofd mag zien. Vandaar dat ik, als ik aan een boekverfilming werk, altijd het boek een (paar) keer lees om me onder te dompelen in de stijl van de auteur. Zo had ik bij Tirza de roman van Arnon Grunberg voortdurend binnen handbereik zodat ik kon controleren of de woorden die spontaan bij mij opkwamen tijdens mijn schrijfwerk ook in het boek voorkwamen. Tot mijn plezier bleek dat vaak zo te zijn. Zo vond ik het jurkje dat Kaisa in de film draagt ‘groezelig’ en dat bleek ook het woord te zijn dat Grunberg had gebruikt om het jurkje te beschrijven.
Nog wat voorbeelden…
Onlangs hebben we de audiodescriptie geschreven bij de film ‘Ik wist het’, naar het boek van Chantal van Gastel. Mijn collega, die het grootste deel van het schrijfwerk voor haar rekening nam, had als voorbereiding ook het boek gelezen.
Sommige beschrijvingen hebben we letterlijk overgenomen uit het boek zoals de statige, oude kassa in de bloemenwinkel van Mia. Maar dat hebben we niet altijd gedaan. Zo is de bindtafel een werktafel geworden in de audiodescriptie omdat we bang waren dat het woord ‘bindtafel’ niet duidelijk genoeg zou zijn.
Dat is een van de uitdagingen in ons vak: de gebruiker hoort de audiodescriptie maar één keer, dus elk woord dat je gebruikt en elke zin moet meteen duidelijk zijn. Je kunt nl. niet terugspoelen om te checken of je iets wel goed begrepen hebt. Wat ons trouwens wel opviel, is dat de film echt exact dezelfde sfeer uitademt als het boek. De film is ook echt een lust voor het oog: van de kleren van Mia tot haar servies, mijn collega-audiobeschrijver en ikzelf vonden het allemaal even tof. 🥰
De trailer van de film ‘Ik wist het’
Een ander voorbeeld is een film die zich in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw afspeelt. Uiteraard hielp het boek om in de juiste, ouderwetse stijl te komen, maar nog belangrijker was dat de roman een schat aan informatie bevatte over hoe alledaagse voorwerpen in die tijd heetten. Het zou immers jammer zijn als in een historische film ineens een woord voorkomt dat helemaal niet in die tijd past. Meer over het audiobeschrijven van historische films lees je hier: https://www.audiobeschrijving.be/het-audiobeschrijven-van-een-historische-film. Wil je zelf leren hoe je audiodescripties schrijft bij films en tv-series? Volg dan onze workshop op donderdag 19 mei!
gepubliceerd op 21 februari 2022
Deel op: