Vertaalfoutje in Undercover
Vertalen… Heel vaak gaat het goed, maar soms loopt het mis. En als het misloopt in ondertiteling, is dat extra pijnlijk omdat de kijker je vertaling kan vergelijken met het origineel. Bij nasynchronisatie of dubbing heb je dat niet, tenzij een wel erg oplettende kijker meekijkt. Een van de oorspronkelijke acteurs, bijvoorbeeld.
Dat is nu precies hoe de volgende fout in de Engelse versie van Undercover aan het licht is gekomen. Actrice Anna Drijver merkte dat haar “Ik ben Roos, trouwens. Wat was uw naam?” in de Engelse versie zó is vertaald dat het lijkt alsof het woord ‘trouwens’ haar achternaam is: “Ik ben Roos Trouwens.” RTL Nieuws pikte het bericht op en schreef er een artikel over.
Toen ik het artikel op Twitter deelde, dacht een collega dat het om een slordigheidje ging dat niet was opgepikt door de spellingchecker. Zelf denk ik dat het om een menselijke fout moet gaan: dus dat de Engelse vertaler echt dacht dat ‘Trouwens’ haar achternaam was. Vertalingen voor dubbing/nasynchronisatie gebeuren voor zover ik weet altijd met beeld, dus de vertaler moet de oorspronkelijke dialoog gehoord hebben, alleen had hij/zij niet door hoe de zin in elkaar zat. Ook de eindredacteur had het vertaalfoutje niet opgemerkt. Kan gebeuren, natuurlijk.
Eigenlijk werk je als audiovisueel vertaler altijd met het oorspronkelijke beeld en geluid. Neem nu bijvoorbeeld commentaarvertalingen. In een commentaarvertaling (zoals bij dat noemen) vertaal je de tekst van een ‘onzichtbare’ verteller. Die tekst wordt vervolgens opnieuw ingelezen in de studio en aan het programma toegevoegd, waarbij de oorspronkelijke stem (uiteraard) wordt weggehaald.
In tegenstelling tot ondertiteling komt commentaarvertalen nauwelijks aan bod in de vertaalopleiding. Om daar wat aan te doen, behandel ik het in een van de gastcolleges die ik tot voor kort gaf. Meer daarover lees je in dit artikel.
Hoe gaat het vertalen van zo’n commentaarstem nu in z’n werk?
De allereerste keer dat ik een commentaarvertaling deed, was mijn eerste gedachte dat het veel makkelijker zou zijn dan ondertiteling, waarbij je moet priegelen om je vertaling in hooguit twee korte regeltjes te krijgen.
Aan de ene kant klopt dat, want in een commentaartekst heb je soms blokken van 10 seconden of meer waarin je lekker door kunt schrijven zonder te moeten zoeken naar een synoniem dat net één letter korter is ‘zodat het past’. Aan de andere kant zijn veel technische beperkingen nog steeds van toepassing. Zo mag de tekst in de meeste gevallen niet langer worden dan het origineel omdat het commentaar moet passen tussen de dialogen in beeld.
Alleen als een programma uit enkel commentaar bestaat, zou je hier en daar meer kunnen vertellen dan in de oorspronkelijke versie. Maar net zoals bij ondertiteling moet het commentaar passen bij de beelden die de kijker te zien krijgt. Het is vreemd als een commentaarstem bezig is over leeuwen die hun prooi besluipen terwijl ze in beeld die prooi al lang gevangen hebben…
Bovendien schrijf je een tekst die goed in het oor moet liggen. Dat is iets wat wel wat training vergt, want in vertaalopleidingen wordt vrijwel uitsluitend met geschreven teksten gewerkt. Dat schrijven van ‘luisterteksten’ komt natuurlijk ook terug in audiodescriptie. Zo zie je maar dat twee op het eerste gezicht heel verschillende soorten van audiovisueel vertalen uiteindelijk toch heel erg op elkaar lijken. Maar voor alle vormen geldt dat je goed moet letten op het beeld én het geluid, al was het maar om te vermijden dat je ‘Trouwens’ als achternaam opvat zoals de Undercover-vertaler.
gepubliceerd op 6 december 2020
Deel op: